maandag 22 februari 2016

US of A

Jarenlang was er altijd die ene droom. Ik wilde zo graag nog eens naar Amerika. Elk jaar werden wel weer plannen gemaakt maar elk jaar werd het toch steeds weer iets relatief dichts bij huis, meestal Spanje. En uiteraard was dat telkens weer genieten maar de droom bleef staan. Ik wilde echt eens voet op Amerikaanse bodem zetten.

In 2014 was het dan eindelijk zover. Het vliegtuig werkte zich traag omlaag en door het raampje zag ik Amerika dan steeds concreter worden. Hoewel de wereld er daar nat en wit uitzag, ik hoorde Prince zingen dat het sometimes snowt in April, genoot ik toch van de steeds dichterbij komende grond. Bovendien was het al urenlang dag, letterlijk. Om half 1 in de middag opgestegen boven Amsterdam en nu was het na ruim 8 uur vliegen nog steeds volop middag. Heerlijk, zo'n lange dag na een donkere winterperiode.

Vol verwachting breekt dan een Amerikaanse week aan. Wat is er zo anders aan wat wij gewend zijn? De eerste indrukken op de snelweg leerde me dat er eigenlijk niet zo veel anders is. Ik zie om me heen veelal dezelfde (Duitse) auto's als ik gewend ben. Het landschap rond Washington lijkt hoogstens op Limburg vanwege zijn licht glooiend karakter en de gebouwen zijn ook niet gek anders dan bij ons. Waar zitten dan wel de echte verschillen?

Om te beginnen is er het klimaat. Natuurlijk hebben we allemaal wel een beeld bij waar het mooi weer is in Amerika en waar het tamelijk winters is, maar echt concreet is het niet. Zo maakte ik in een week tijd sneeuw mee, een volle dag regen, een dag met zon en temperatuur rond het vriespunt en aan het einde van de week drie dagen zon met zo'n 20 graden. Welkom in het voorjaar van Washington. Het beeld wat ik had van de belangrijkste hoofdstad ter wereld was eigenlijk niet veel meer dan het beeld van het Witte Huis. Echter, D.C. is veel meer dan dat. De gehele stad is feitelijk een groot gebied waar Amerikanen hun land eren. Op educatief gebied, op gebied van herdenking, op gebied van globalisering, etc. De musea zijn er talrijk en gratis te bezoeken bovendien. De stad is schoon en relatief veilig. Alles wat je ziet en meemaakt ademt historie, patriottisme en trots. Je kan er dagenlang rondlopen en elke dag nieuwe dingen meemaken,

Wanneer je een restaurant bezoekt zie je ook wel de verschillen. De obers zijn er vriendelijk en staan voor je klaar. Stellen zich voor bij naam en geven je te kennen dat ze altijd voor je klaar staan. Any time. Dit klopt ook, echter moet je de any time dan wel begrenzen tot het moment dat de rekening betaald is. Vanaf dat moment ben je zowat lucht en zijn ze al weer met de nieuwe klanten bezig. De Amerikaanse eet cultuur is er een van snel en goedkoop. Je bord leeg? Het wordt direct onder je neus vandaan geplukt.

Amerikanen kennen ook een gevoel van trots op het nageslacht wat wij toch wat minder beleven. Het is niet ongebruikelijk om auto stickers te plakken met daarop het opleidingsniveau van je kinderen en ik zag werkelijk waar een echtpaar met t-shirts waarop stond dat de vader een 'proud Navy Dad' was en moeder een 'proud Navy Mom'.

Inmiddels ben ik ook een tweede keer in Amerika geweest en daarom zal ik de volgende keer nog wat verder ingaan op alle leuke verschillen.
 

woensdag 17 februari 2016

Stage lopen

De personeelsingang is aan de zijkant. Tientallen keren, zo niet vele malen vaker liep of fietste ik er langs. En nu mag ik via die ingang naar binnen, ik ben trots. Mijn schooltijd begint op z'n eind te lopen, het werkleven lonkt en ik ben er aan toe.

Het is 1994 en het Nederlands elftal ploetert in de Amerikaanse zon op een WK. Ruud Gullit zag het niet zitten en Johan Cruijff mocht het niet doen als coach. Ik imiteerde De Verlosser door het liedje 'As Dick me hullep nodig heb' hardop te zingen wat vrijwel altijd resulteerde in lachers op mijn hand. De pantalon was netjes en de blouse kraakhelder wit. Ik mocht gaan doen waar ik al jaren naar uitkeek, cd's verkopen!

Het was in de tijd dat de muziek alleen nog maar geluisterd kon worden op de digitale geluidsdrager. Vinyl was pas net vervangen en nog zeker niet hip. De mensen kozen een hoesje uit en kwamen bij mij aan de balie om te kopen, waarna ik vervolgens de geweldige eer had, althans zo voelde ik dat, om de betreffende cd uit de lades met duizenden cd's te pakken en deze in het betreffende hoesje te doen. In sommige gevallen diende het hoesje dan nog ingeseald te worden, afgesloten met een sticker welke je nooit in zijn geheel los kon krijgen. Wat als ultiem bewijs gold dat je de cd al eens open had gemaakt en ruilen dus niet langer toegestaan was. Het aller mooiste was nog wel dat ik, ja ik, mocht bepalen welke cd er in de cd speler ging die ervoor zorgde dat de hele muziek afdeling van muziek werd voorzien. Mijn eigen muzieksmaak galmde door de grote winkel heen, hoe gaaf was dat??

Ik herinner me dat het de tijd was dat Michael Jackson net een nieuw album uitbracht en dat dit voor enorme drukte zorgde aan de balie. De tijd van The Connells met 74-75. Ik hoorde het minstens 74-75 keer per dag aan. Wat te denken van The Crash Test Dummies met de geniale titel mmmm mmm mmm mmmm?  Of Nico Landers (WIE???) met 'Liefde in de nacht?' Gelukkig had ik een mede stageloper die van Snoop Dog hield, maar die mochten we dan weer niet te vaak in de cd speler gooien op de een of andere manier.

Mijn gedachten gingen de afgelopen week en in het bijzonder gister vaak uit naar die paar weken in de snikhete zomer van 1994. Mijn werkleven begon er en de enkele keren dat ik er de laatste tijd nog kwam zag ik nog steeds een aantal mensen uit die tijd hun werk doen. Toen nog wel, vanaf nu niet meer. De Vroom & Dreesmann is niet meer...