dinsdag 28 oktober 2014

Cruijff en de gemiste penalty

Eigenlijk heb ik niets met bekende mensen. Het adoreren van mensen ligt niet in mijn aard en als ik bekende mensen tegenkom zal ik de laatste zijn die raar of hysterisch zal reageren. Voor mij zijn het mensen zoals jij en ik en bovendien bedenk ik me altijd dat ze het juist prettig zullen vinden om 'normaal' benaderd te worden.

Het is niet slechts een mening. Ik maakte daadwerkelijk al zeer veel bekende mensen van nabij mee. Niet alleen bekend in Nederland maar sommige wereldberoemd zelfs. Overigens wel vrijwel allemaal uit de voetballerij, maar dat is een mondiale sport niet waar? Ik deed enige tijd terug al uit de doeken dat ik ooit letterlijk zij aan zij stond met Messi. Tijdens een van mijn talrijke andere bezoeken aan Camp Nou stapte ooit Ronaldinho letterlijk naast me uit een taxi, stond ik een keer aan het raampje van Patrick Kluivert zijn Hummer, en stak ik ooit over terwijl Victor Valdes me keurig voorrang gaf op het zebrapad. Natuurlijk zijn die ontmoetingen leuk, maar echt raken kan het me niet.

Een aantal seizoenen lang nam ik voor het fanclub magazine van de Fanclub Barcelona interviews af met min of meer bekende Nederlanders. Ik dronk in een hotel koffie met Ronald Koeman, zat aan de bar met een aan een stuk door babbelende Sierd de Vos, zat op een terrasje met Gheorghe Hagi, at een boterham aan de keukentafel mee met Ron Jans en had een leuk gesprek bij Fortuna Sittard met Jordy Cruijff. En dit alles vond ik alleen maar gewoon super leuk om te doen. Tot ik ineens kans kreeg om met de vader van laatstgenoemde oog in oog te komen staan. Mijn absolute held.

De locatie was het Olympisch Stadion in Amsterdam en de gelegenheid was het jaarlijkse 6 tegen 6 toernooi van de Johan Cruyff Foundation. De opzet van dit toernooi is om met teams tegen elkaar te spelen die bereid zijn een minimale donatie aan de foundation te doen en zo de kans krijgen op een leuke sportieve dag maar bovenal een unieke kans hebben om tegen de legendarisch nummer 14 te mogen spelen. We zijn maanden bezig geweest om een team op de been te brengen en het geluk is aan onze zijde als we zien dat de eerste wedstrijd die we moeten spelen uitgerekend tegen het team van de Foundation zelf is. Aan de aftrap verschijnen Humberto Tan, Barbara Barend, Raoel Heertje, Peter Heerschop, Jochem van Gelder en de legendarische nummer 14 zelf. In het kader van fair play lijkt het de organisatie wel een goed idee om beide teams elkaar de handen te laten schudden. Ik loop mijn doel uit, schud gedachteloos handen van toch aardig bekende personen en zie dat de aanvoerder zelf al laatste er staat. Ik loop op hem af, hij lacht, knikt vriendelijk en schudt mijn hand. Zelfs nu ik het schrijf levert het me weer kippenvel op.

Eenmaal terug in het doel zie ik het spel zich voor me afspelen. De bal gaat via de aftrap naar de linkerkant van het veld, voor mij rechts dus. Cruijff ontvangt, wijst op kenmerkende manier, legt de bal goed en wat doet hij? Hij schiet op doel! Ik duik en kan de eigenlijk wel wat teleurstellend slecht ingeschoten bal redelijk makkelijk naast tikken. Ik hervat het spel met een keepersbal, volgens de Cruijff 6x6 regels is drie corners een penalty, en kan me dan bedenken dat ik net dus een schot van Cruijff heb mogen stoppen. Maar het wordt nog mooier. Het vertrouwen is kennelijk gegroeid bij mij en het wordt een wedstrijd waarbij me alles lukt. Ik stop alles en krijg zelfs een oprechte aai over de bol van Barbara Barend als ik de bal van haar voeten afpluk. De verschillende reddingen hebben er wel toe geleid dat de drie corners een feit zijn en er dus een strafschop genomen mag gaan worden. Overbodig te zeggen wie er achter de bal ging staan.

Daar sta ik nogmaals oog in oog met mijn voorbeeld. De scheids fluit, de aanloop wordt ingezet, de bal geraakt en ik sta paraat. De bal gaat echter niet recht vooruit maar de meester geeft een zacht tikje opzij naar de meegelopen Humberto Tan. Deze neemt aan en trekt de bal opnieuw voor. Cruijff doet alsof ie hard in gaat schieten, ik lig al op de grond en in plaats van het harde schot kiest 's werelds beste voetballer ooit voor een fraai stiftje. Instinctief steek ik mijn arm uit en tot mijn eigen verbazing raak ik met puur geluk de bal. Deze komt opnieuw voor de voeten van de strafschopnemer en deze besluit nu om toch maar te schieten. Tegen me aan. De hilariteit onder de aanwezige bezoekers is groot. Bijna net zo groot als mijn trotse ego. Ik ben vanaf nu voor altijd een keeper die een strafschop van Cruijff heeft gestopt. Wie kan het me nazeggen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten